dinsdag 2 december 2008

Wie wil onderzoeken, moet zijn instrumenten kennen

Referentie:

Heidegger, Martin, Zijn en tijd, vertaald en van een nawoord voorzien door Mark Wildschut, Nijmegen: Sun, 1998, 559 p. (Oorspronkelijke titel: Sein und Zeit, Tübingen: Max Niemeyer Verlag, 1927)

Plaatskenmerk:

FILO 19.8 P-HEID 98

Extract:

"De uitdrukking 'fenomenologie' duidt primair op een methode. Zij karakteriseert niet het zaakinhoudelijke 'wat' van de objecten van het filosofisch onderzoek, maar het hoe ervan." (p. 49)

"De benaming 'fenomenologie' drukt een maxime uit dat we aldus kunnen formuleren: 'Naar de zaken zelf!'- tegen alle vrijblijvende constructies, toevallige vondsten, tegen het overnemen van slechts schijnbaar gelegitimeerde begrippen, tegen de schijnvragen die vaak generaties lang als 'problemen' de boventoon voeren." (p. 50)

Commentaar:

Elders op deze blog heb ik de uitdrukking 'dat wat zich toont' gebruikt, die ik ontleen aan Heidegger. Het is mij niet bekend of hij de eerste is geweest die de term gebruikte of dat hij hem wellicht heeft overgenomen van Husserl, de grondlegger van de fenomenologische methode aan wie hij "Sein und Zeit" heeft opgedragen.
Ook religie wordt vaak benaderd vanuit "constructies, vondsten, begrippen, schijnvragen en problemen" van de soort die Heidegger in het citaat opsomt. Om "naar de zaak zelf" te gaan, neme men daarom het instrument 'fenomenologie' ter hand waarbij dringend wordt geadviseerd eerst aandachtig de handleiding te lezen.

STAP 4: Relevant boek via bibliografie gezaghebbend boek of artikel. (Ricoeur, Paul, Hermeneutics and the human sciences, Cambridge: Cambridge University Press, 1981, p. 299)

Geen opmerkingen: