maandag 7 december 2015

Baas in eigen onderbuikgevoelens. Een stemadvies vanuit Zijn en tijd van Martin Heidegger (1889 – 1976)

We laten ons gedrag vaak beïnvloeden door negatieve stemming. Ik ga u uitleggen hoe onnodig dat is. Zo fietste ik laatst langs een op de grond zittende man, zijn fiets lag naast hem, er zat bloed aan zijn gezicht. Een vrouw zat op haar hurken naast hem. Ik trapte nogal stevig door. Pas een paar honderd meter verderop draaide ik mijn fiets om en even later was ik terug bij de gewonde man. Met een pleister uit mijn EHBOpakketje kon ik de eerste nood lenigen.
              ‘Bent u nou speciaal voor ons terug komen rijden?’ vroeg de vrouw.
              ‘Ja, het drong pas achteraf tot me door dat uw man wel eens gewond zou kunnen zijn’, legde ik uit.
              ‘Nou, dat zie je tegenwoordig nooit meer’, zei de vrouw.
              Ik begon net aan een pleidooi voor de behulpzaamheid van medemensen, toen er een auto stopte. Een vrouw stapte uit.
‘Ik heb EHBO’, zei ze: ‘Kan ik helpen?’
              Ik lachte en maakte een gebaar van ‘zie je wel’ naar de vrouw met het sombere mensbeeld. Ik zou een boek vol hoopgevend vrolijke ervaringen met mensen kunnen schrijven. We verdienen niet alleen een vrolijker beeld van onszelf, we zijn er ook toe in staat. De vraag is: hoe kunnen we onszelf positiever gaan beleven?

Voor een deel ligt het vast wat wij zijn, bijvoorbeeld hoe en waar we geboren zijn, de taal waarmee we werden opgevoed en dat soort zaken. Veel omstandigheden veranderen ook de hele tijd. Ook wijzelf hoeven niet altijd dezelfde te blijven, sterker nog, al zouden we willen, dan zouden we het nog niet kunnen. Dat is nu juist het mooie aan mens zijn.
Over het algemeen hebben we helaas niet door welke mogelijkheden zich in onafgebroken opeenvolging aan ons voordoen. Die blinde vlek hangt samen met de manier waarop wij leren om met elkaar te praten. Zo leert een peuter al dat 'groot’ iets is om naar te streven en ‘klein’ iets om achter je te laten. Iets kleins hebben, terwijl een ander kind hetzelfde heeft, maar dan groter, leidt tot verdriet. In wisselwerking met onze omgeving leren we interpreteren. Onze oorspronkelijke interpretaties liggen vast, zolang we niet zelf actief nadenken wat we eigenlijk bedoelen met wat we zeggen. In feite herhalen we steeds wat al gezegd is. We houden onszelf gevangen in een lus. Groot zal altijd meer het nastreven waard blijven, dan klein. De uitdaging waar Heidegger ons voor stelt, is om na te gaan welke onze eigen betekenissen zijn.
Op dit punt komt in Zijn en tijd ‘stemming’ ter sprake. Om te beginnen is het zo dat we altijd interpreteren en vervolgens blijkt dat onze interpretatie altijd onder invloed staat van onze stemming. Als je ons mensen en ons gedrag nauwlettend observeert, blijken wij zo te zijn. Heidegger heeft het over bedorven stemming, ongestoorde gelijkmoedigheid, geremde mismoedigheid, stemmingswisselingen, ontstemdheid, aanhoudende-monotone-kleurloze-onbestemde-stemming en gelukkig noemt hij ook de opgeruimde stemming. Streven naar een stemmingsvrije toestand staat gelijk aan geen mens willen zijn. Heidegger geeft ons het kansrijke inzicht dat we een stemming nooit stemmingsloos, maar altijd vanuit een tegenstemming de baas worden. Doe iets aan je stemming en je interpretatie van dingen kan zomaar een stuk positiever uitpakken!
Jammer genoeg hebben we de neiging mee te gaan met wat ‘men’ vindt. Meestal is het ons niet duidelijk aan welke stemming we samen met de rest onderhevig zijn. Als we ooit al een keer tegen de tijdgeest ingaan, krijgen we woorden over betekenissen. Wat is bestaansminimum? Wanneer valt een activiteit onder de noemer ‘werk’? Wie noemen we ‘vluchteling’ en wie ‘gelukszoeker’? We geloven dat er een onaangedane, onpartijdige, natuurwetenschappelijke, niet door invalshoeken of meningen beperkte definitie van dingen en situaties mogelijk is. Dat is de jammerlijke vergissing die leidt tot aanhoudende somberheid.
De menselijke manier van zijn is een levend gebeuren en dat breekt elke interpretatie open. Ieder van ons is- en we zijn allemaal tegelijk betrokken in het gebeuren. Heidegger schrijft: “Onze zintuigen kunnen geraakt worden en gevoelig-zijn-voor”. Wat ons raakt, toont zich in stemming, in genegen zijn om zus of zo te doen. Om geraakt te worden, moeten we ontvankelijk zijn. Zijn we altijd ontvankelijk voor zaken die ertoe doen?
              Vanaf de jaren 1980 is het nieuws afgestemd geweest op een keur aan uiteenlopende stemming bedervende items. Zo waren daar: rellende krakers, de atoomwapenwedloop, kernafval, global warming, Joegoslavische vluchtelingen, Saddam Hoessein, de kloof tussen Den Haag en de kiezers, de euro, kennisachterstand, economische crises, gekke koeien, pestvarkens en grieperige vogels, bankiers, de islam, internationaal terrorisme en Syrische vluchtelingen. En steeds was de stemming die van dreiging. Misschien zijn economische crises en dierenziekten nog het meest dichtbij ons alledaagse bestaan gekomen. De andere dreigingen hebben op maar heel weinig levens van Nederlandse mensen een meetbaar effect gehad. Stemming is een van de kenmerken van mens-zijn en – ik begon er dit artikel mee – negatieve stemming is onnodig.
Dat wij mens zijn, houdt in dat de manier waarop we dingen interpreteren niet hoeft vast te liggen. Woorden, begrippen, betekenissen, dingen, omstandigheden, gebeurtenissen, je eigen situatie, beschouw het allemaal alsof je het voor het eerst ontmoet. Laat je onderbuikgevoelens boven komen. Zoek naar inzicht in je eigen stemmingen. Laat je niet meeslepen in stemmingmakerij. Iemand die zijn eigen stemming maakt, wordt zichzelf. Heidegger spreekt zelfs van bevrijding.

We hechten ons aan negatieve stemmingen en hebben geen oog voor wat fijn en goed is. Zo klagen we bij doordeweekse zonneschijn dat er voor aanstaand weekeinde minder weer verwacht wordt en bij mooi weer in het weekend dat het weekend helaas te kort is. Op televisie gaat de parade van dreigingen onvermoeibaar voort. Ik weet niet hoe het met u is, maar ik ben in mijn vierenvijftigjarige leven nauwelijks iets tekort gekomen en geen maatschappijbedreigend doodsonheil heeft mij getroffen. Ik laat mijn stemming niet maken door negatief nieuws en als ik straks weer stemmen mag, stem ik vanuit mijn feitelijke situatie. Ik adviseer u om dat ook te doen.

Geen opmerkingen: