Om je heen wordt gelachen om een grap die
je niet begrijpt. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik kan me dan behoorlijk
sullig voelen. Dan grijns ik oenig mee met de rest om niet te onnozel over te
komen. Vandaag hield mijn dochter haar smartphone onder mijn neus. Op het
scherm een plaatje van iets wat er uitzag als een doucheruimte. Op de grond lag
een rol wc-papier. In de hoek stond een wc-borstel. Witte letters op de
voorgrond vroegen dikgedrukt: WC VERSTOPT? Mijn dochter keek naar mij met een
blik vol voorpret. U kent dat wel, zo’n blik die zich verheugt op samen lachen om een grap. Helaas, ik zag niet
wat er grappig was. Erger nog, ik vroeg:
‘Eh,
er is toch helemaal geen wc?
‘Nee,
dat is juist de grap’, antwoordde ze half geduldig, half teleurgesteld: ‘die is
verstopt’.
Voor
mij was het teveel. Woorden combineren met beelden, dat volg ik niet. Ik
verbeeld, of ik verwoord. Haal het alsjeblieft niet door elkaar.
Met
behulp van deze anekdote hoop ik voor u een beeld te schetsen van een
filosofisch artikel, geschreven door Wilfrid Sellars. Hij schrijft dat we behalve
alledaags ook wetenschappelijk over mensen kunnen nadenken. Neem bijvoorbeeld een
evolutiebioloog. Nutteloze gewoonten kan hij uitleggen als overblijfsel van
toen onze verre voorouders nog in de natuur leefden. Hij zal er bij vertellen
dat er onderzoek is gedaan, waaruit hij dit opmaakt. Aan de andere kant, als u
zegt dat de waard zijn gasten vertrouwt zoals ie zelf is, dan zegt u iets dat u
heeft geleerd door dagelijks met mensen om te gaan. U bent er min of meer
vanzelf achter gekomen.
Wetenschappelijke
en alledaagse mensbeelden worden allebei opgeroepen met woorden. Net als de afwezige
wc-pot op de smartphone van mijn dochter. Toen de grap mij eenmaal was
voorgekauwd, zag ik de pot als het ware voor me. Zijn de beelden die wij hebben
dan alleen maar gedachten? Het is inderdaad zo dat ik mij iets kan inbeelden
wat niet bestaat. Misschien is er helemaal
geen pot, maar hij kan ook wel bestaan. Weet je, legt Sellars uit,
verbeelde wc-potten bestaan sowieso, al is het alleen maar als beeld. Dat gaat
ook op voor het beeld dat we van onszelf hebben. Onze mensbeelden beïnvloeden
vervolgens hoe we met elkaar omgaan. De ene keer sluit dat aan bij onze
dagelijkse ervaring. Een andere keer passen we resultaten van wetenschappelijk
onderzoek toe op onszelf. Het belangrijkste is dat we met elkaar omgaan als
leden van dezelfde gemeenschap.
Wetenschappelijk
gesproken liet mijn dochter me een foto van een doucheruimte zien. Door hoe
mijn dochter keek, begreep ik dat iets mij ontging. Ik ben blij dat mijn vrouw
even later wel meteen lachte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten