Referentie:
The Oxford Handbook of Philosophy of Religion, William J. Wainwright (Ed.), Oxford: Oxford University Press, 2005, 550 p.Plaatskenmerk:
FILO 20 A-WAIN 2005
Extract:
"(...) descriptive phenomenology involves a hermeneutical distanciation from the "primitive naïveté" or "immediacy of belief" that marks the believing soul (1967, 351). "The philosopher adopts provisionally the motivations and intentions of the believing soul. He does not `feel' them in their first naïveté; he `re-feels' them in a neutralized mode, in the mode of `as if.' It is in this sense that phenomenology is a re-enactment in sympathetic imagination" (19). Happily, for purposes of comparison with Heidegger, Ricoeur is also interested in sin and guilt and seeks, in The Symbolism of Evil, to reenact the believing soul's confession of fault. More interested in faithfulness than in the science of faith, to use Heidegger's language, he turns not to the theologian but to the believing soul as such and thus to the language of symbol and myth in which confession takes place prior to second-order theological reflection." (p. 476)Commentaar:
Een aantrekkelijk aspect van de benadering van Ricoeur is dat niet de theoloog, maar de "gewone gelovige" het fenomeen is dat wordt bestudeerd, want waarin toont religie zich authentieker dan in de beleving en doorleving van de taal van symbolen en mythen?
Iemand die religie wil leren kennen en er zinvol over wil schrijven, lijkt mij de hier in het kort geschetste hermeneutische methode te moeten volgen, van zich tegelijk in te leven in wat de gelovige ervaart en er afstand van te bewaren.
Conclusie: Ik zal proberen te zoeken naar teksten over fenomenologie van religie.
STAP 0: Thematische afbakening via naslagwerk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten