Referentie:
Van Praag, Herman M., "Een nobele illusie", Trouw. Katern "Letter & Geest", 15.11.2008, p. 2-3Plaatskenmerk:
Mijn computer/ filosofische bibliotheekExtract:
"Religiositeit komt (...) voort uit de behoefte het leven van een verticale dimensie te voorzien. Een behoefte veronderstelt het vermogen die behoefte te bevredigen. Dit vermogen moet in de hersenen worden gezocht."
"De ontwikkeling van ’religieuze circuits’ wijst erop dat religiositeit de mens tot voordeel strekt. Ze kreeg niet voor niets een stevige biologische verankering."
Commentaar:
Het artikel maakt er melding van dat tijdens onderzoeken religieuze ervaringen zijn opgewekt met behulp van electromagnetische golven en dat op deze manier 'religieuze circuits' in de hersenen zijn aangetoond. Van Praag is emeritus hoogleraar psychiatrie en een gelovige Jood. Hij heeft over het onderwerp een boek geschreven met als titel God en psyche. Hij sluit zijn artikel in Trouw af met: "Ik geloof in de rede en acht het redelijk te geloven".
Ik weet niet goed wat ik aan moet met "geloof in de rede". Zal het te maken hebben met positieve waardering voor activiteiten als aantonen van religieuze circuits in de hersenen? Als dat zo is dan heb ik zo mijn bedenkingen, want een cerebraal gebied zichtbaar maken waar 'iets' gebeurt, is nog wat anders dan met God spreken op een berg of een engel ontmoeten in een grot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten